Met een zilveren medaille op het NK voor profs vestigde wielrenner Sjoerd Bax (25) uit Uppel vorige week definitief zijn naam bij het grote wielerpubliek. Toch komt die doorbraak voor de renner van Metec-Solarwatt wielerploeg niet écht als een verrassing. “Zelf had ik van tevoren wel het gevoel dat een plek bij de eerste vijf mogelijk was”, aldus Bax, die op dit moment in Polen deelneemt aan de Course Cycliste de Solidarnosc et des Champions Olympiques. “Maar mijn vriendin voorspelde dat ik tweede ging worden. Zij heeft dus gelijk gekregen.”
In de weinige internationale etappekoersen die dit jaar verreden werden, liet Sjoerd Bax a mooie dingen zien. Zo won hij in mei twee etappes en het eindklassement in de Rhône-Alpes Isère Tour in Frankrijk en pakte hij niet veel later ook nog een ritzege in de Tour de la Mirabelle. “Ik train met een vermogensmeter en merkte vorig jaar al dat ik een stap had gemaakt. Maar door Corona waren er toen nauwelijks koersen en kon ik dat maar weinig laten zien. Ik heb in 2020 één etappekoers met profs gereden in Tsjechië en daar ging het erg goed tot ik bij een valpartij betrokken raakte. Die wedstrijd gaf mij wel veel vertrouwen. Afgelopen winter heb ik goed kunnen trainen en daar pluk ik nu de vruchten van”, aldus de afgestudeerde fysiotherapeut.
Bax begon op 10-jarige leeftijd met mountainbiken en switchte op zijn achttiende, als tweedejaars junior naar het fietsen op de weg. In 2014 werd hij in Zaltbommel Nederlands kampioen tijdrijden bij de junioren, voor Pascal Eenkhoorn. Daarna maakte hij de overstap naar de beloftenploeg van Rabobank, waar hij in 2015 en 2016 voor reed. Toen die ploeg ophield te bestaan, reed hij twee seizoenen bij Delta Cycling en sinds 2019 komt hij uit voor Metec-Solarwatt. “Bij deze ploeg heb ik het enorm naar mijn zin. We rijden een mooi wedstrijdprogramma en hebben met Adrie van Houwelingen een ervaren ploegleider in huis. Daarnaast is de sfeer in het team goed en krijg ik best veel vrijheid om naar eigen inzicht te trainen.”
Na zijn sterke prestaties in de afgelopen maanden en zijn tweede plek op het NK bij de profs lijkt het voor de hand te liggen dat Bax binnenkort wordt ingelijfd door een profploeg. Maar zover is het nog niet. “Ik werk samen met sportmanagementbureau Zeloo en weet dat er profteams zijn die interesse hebben in mij. Als renner ben ik behoorlijk allround. Ik kan behoorlijk klimmen en tijdrijden en heb een goede eindsprint in de benen. Verder houd ik van lastige koersen, waarin het peloton steeds verder wordt uitgedund en de sterkste renners overblijven. Maar ik heb nog niet met ploegleiders van teams gesproken en weet ook dat een contract pas rond is als er handtekeningen onder zijn gezet. Toch heb ik er vertrouwen in dat het goed gaat komen. Wat moet ik nog meer presteren om een profcontract te verdienen bij een team?”
Anderzijds staart de Brabander zich niet blind op een profcontract. “Als het niet lukt om de overstap te maken, wil ik de komende jaren toch wielrenner blijven. Ik vind het fietsen te leuk om er nu al mee te stoppen. Maar dan ga ik daarnaast wel een baan zoeken, want ik moet ook aan mijn maatschappelijke carrière denken. Dit is het laatste seizoen dat ik alles opzij zet voor het fietsen. Naast het wielrennen heb ik in de afgelopen jaren mijn opleiding tot fysiotherapeut met succes afgerond. Daar kan ik ook altijd nog mee aan de slag. Maar het liefst wil ik volgend seizoen voor een profteam uitkomen. De komende maanden ga ik daarom proberen om mijn huidige vormpeil vast te houden en mezelf in de kijker te blijven rijden.”
