‘Ik probeer de kudde bij elkaar te houden’

Wielertrainer Twan van Gestel uit Moergestel verzorgt  al jaren trainingen voor jonge talentvolle veldrijders. Hoe zorg je er als trainer voor dat ook in coronatijd jonge renners toch gemotiveerd blijven?

Twan van Gestel leerde in de bossen rond zijn woonplaats onder andere wereldkampioen bij de beloften Ryan Kamp, Mees Hendrikx en Aniek van Alphen de eerste kneepjes van het veldrijvak. Ook vandaag staat hij klaar om weer een veldrittraining te gaan verzorgen voor jonge talentvolle veldrijders in de leeftijd van 13 tot 18 jaar. Die training verzorgt Van Gestel samen met bondscoach veldrijden Gerben de Knegt.

‘Deze groep van renners tot 18 jaar heeft geluk dat ze nog mogen trainen’, trapt Van Gestel af. ‘Zij hebben dat ook echt nodig om de binding met hun sport niet te verliezen. De iets oudere jongens en meiden hebben al wat meer aanpassingsvermogen en beseffen ook steeds beter dat de genomen maatregelen noodzakelijk zijn.’

Iedere woensdagmiddag en nu tijdens corona ook op zaterdagochtend geeft Van Gestel trainingen in de bossen rond Moergestel. Hieraan doen steeds zo’n acht à twaalf renners en rensters mee. ‘Door de maatregelen zijn er vaker trainingssessies, bijvoorbeeld een voor junioren en een voor nieuwelingen op een middag. En we werken met kleinere groepen. In totaal komen hier zo’n 44 crossende jongeren. Jongens en meiden train ik meestal apart. Maar die luxe is er niet iedere week. Afgelopen zaterdagochtend heb ik met zes junioren-vrouwen twee uur kunnen trainen op de Pierenberg.’

Nadat eerder het wegseizoen voor de meeste renners al grotendeels in het water viel, blijft ook van de veldritkalender voor de jongeren dit seizoen maar weinig over. ‘Dat is met name jammer voor de jongens die afgelopen seizoen tweede jaars junior (18) waren. Veel oud-renners die ik nog wel eens spreek, vinden achteraf hun junioren tijd de mooiste periode uit hun wielercarrière. Voor deze lichting is het zuur dat ze nauwelijks wedstrijden hebben kunnen rijden in de zomermaanden. Maar de renners beseffen ondanks hun jonge leeftijd wel degelijk dat op dit moment andere zaken de sport overstijgen.’

Van Gestel drukt de renners op het hart om hun gedachten niet te laten leiden door alle zaken die op dit moment niet zijn toegestaan. ‘Dat kost alleen maar onnodige energie. Het is beter om je te focussen op zaken die je als sporter nog wel mag. Zoals in je eentje gaan fietsen bijvoorbeeld. Daarnaast is het enorm belangrijk voor jonge sporters om een goede balans te vinden tussen sport, studie en privé. Als die balans er niet is, dan wordt het erg lastig om te gaan slagen als renner.’

‘Dat geldt overigens niet alleen in de huidige coronaperiode, maar ook onder normale omstandigheden. Daarbij vind ik het belangrijk dat de renners eerst een opleiding afmaken. Rond de schoolexamens krijgen zij van mij ook geen trainingsschema. Dan moet de focus bij school liggen. Na de eindexamens kunnen zij zich dan alsnog volledig op hun sport richten. Vaak fietsen ze dan dubbel zo hard.’

Tegelijkertijd merkt hij dat er ook jonge renners bij zijn die langzaam maar zeker hun motivatie beginnen te verliezen. ‘Die stellen zichzelf de vraag: waar train ik nu voor? Zij missen gewoon een vorm van competitie en een doel om naartoe te kunnen werken. In mijn tijd als trainer heb ik het overigens nog nooit zo druk gehad als nu. Met veel renners sta ik vrijwel dagelijks in contact via de telefoon of WhatsApp. Ik probeer de kudde zoveel mogelijk bij elkaar te houden.’

De trainer verwacht niet dat door corona een generatie renners verloren gaat. ‘Wat dat betreft blijf ik positief (denken.) De emotionele elasticiteit bij jongeren is groot genoeg. Als er straks weer wedstrijden mogen worden gehouden na corona zijn ze deze competitieloze periode zo weer vergeten.’