'Iedere renner is voor mij gelijk'

16 mei 2020

Nadat hij in 2013 slaagde voor de opleiding tot internationaal UCI-jurylid voor het wegwielrennen, is Tilburger Edwin Cruijssen (46) sinds enkele weken ook UCI-jurylid bij baanwedstrijden. “Het belangrijkste vind ik dat een wedstrijd op een eerlijke manier wordt gewonnen”, vertelt Cruijssen.

De beslissingen van juryleden in de wielersport zijn nog wel eens voer voor discussie. Wie herinnert zich niet het voorval met de Nederlander Nils Eekhoff? Hij kwam vorig jaar bij het WK op de weg voor renners tot 23 jaar in Engeland als winnaar over de meet, maar werd na afloop gediskwalificeerd omdat hij na een valpartij langdurig stayerend achter een auto was teruggereden naar het peloton. “Dat is een lastige situatie”, geeft Cruijssen toe. “In het Nederlandse reglement wordt het wel toegestaan om renners na een valpartij achter de auto terug te brengen naar het peloton, maar internationaal mag het gewoonweg niet. Voor renners is dit niet altijd helder. De ene dag rijden ze een nationale wedstrijd, waarin terugbrengen wel is toegestaan. Een andere dag rijden ze een internationale wedstrijd in Nederland en dan mag het niet. In mijn ogen had de jury Eekhoff in die wedstrijd direct uit koers moeten halen.”

 

Optreden

In zijn eigen jury carrière, die in 2001 startte, heeft Cruijssen al het nodige meegemaakt. “Met name zware valpartijen of ongelukken in wedstrijden zijn niet leuk, maar die gebeurtenissen horen er helaas bij. Daar staat tegenover dat het veel voldoening geeft als een organisatie de jury na afloop complimenten geeft omdat alles vlekkeloos is verlopen.” De Tilburger vindt dat internationale juryleden stevig in hun schoenen moeten staan. “Zolang er niks gebeurt in een wedstrijd, is het jureren niet zo moeilijk. Maar je moet ook optreden als er onreglementaire dingen gebeuren in een koers. Zeker bij wedstrijden voor beroepsrenners wordt dit verwacht van juryleden. Voor die mannen en vrouwen is het hun vak en er staan vaak grote belangen op het spel. Ik sta te boek als streng, maar zet mij vooral in voor een rechtvaardige sport. Iedere renner is voor mij gelijk.

 

Discussie

Natuurlijk maakt Cruijssen ook situaties mee in wedstrijden dat renners de grenzen opzoeken. “Soms proberen ze wel eens om juryleden te piepelen, maar daarvoor zijn ze bij mij aan het verkeerde adres. Ik ga een discussie in zo’n geval niet uit de weg en wijs de renners op de reglementen. Op die manier heeft iedereen respect voor je beslissingen.”

 

Verschillende onderdelen

Het jureren bij baanwedstrijden is volgens het internationaal jurylid een stuk moeilijker dan bij wegwedstrijden. “Op de baan heb je meer verschillende onderdelen en ieder onderdeel heeft zijn eigen specifiek reglement. Bovendien ligt de snelheid van de renners veel hoger en komen ze iedere 15 seconden langs”, legt Cruijssen uit. “De cursus om internationaal jurylid voor de baan te worden was erg moeilijk. Van de 22 deelnemers wisten maar 10 mensen theoretisch te slagen. Onlangs kreeg ik te horen dat ik het heb gehaald. Nederland heeft nu vier internationale juryleden op de baan, waarvan er eentje aan het einde van dit jaar met pensioen gaat. De Nederlands baanwielrenners doen het op dit moment erg goed en behoren op veel onderdelen tot de absolute wereldtop. Daarom vind ik het mooi dat ik vanaf nu actief kan zijn als Nederlands jurylid bij internationale baanwedstrijden. Zo kunnen wij laten zien dat wij als commissarissen ook tot de top van de wereld behoren.”