Het kwartet van Wim van Est

Wim van Est uit Fijnaart (25 maart 1923) kroonde zich in 1949 als eerstejaars prof in het Olympisch Stadion in Amsterdam voor de eerste keer tot Nederlands kampioen op het onderdeel achtervolging over 5 kilometer.

De concurrentie bij het NK Achtervolging is in 1949 niet mals voor Wim van Est, want ook gekende tijdrijders als Gerrit Schulte (regerend wereldkampioen), Gerard Peters, Kees Pellenaars, Theo Middelkamp en Gerrit Voorting hebben ingeschreven.

In zijn eerste rit moet Van Est het opnemen tegen Jef van de Vijver. Hij weet zijn tegenstander in te lopen en is daarmee reglementair winnaar van de rit. In de achtste finale is Gerard Loos zijn tegenstander. Ook deze rit weet Van Est overtuigend te winnen. Na vijf kilometer is hij met een tijd van 6 minuten en 36 seconden maar liefst 11 seconden sneller dan Loos. Hij rijdt bovendien de allersnelste tijd van iedereen. Nog dezelfde avond verslaat hij Piet Evers in de kwartfinales en plaatst Van Est zich samen met Schulte, Van Beek en Peters voor de halve finales die een week later worden verreden.

In de eerste halve finale wint Gerard van Beek verrassend met 0,6 seconden voorsprong van wereldkampioen Gerrit Schulte. Daarna rekent Van Est in zijn rit overtuigend af met Gerard Peters, de wereldkampioen van 1946.

De finale wordt later die avond verreden, met 30.000 toeschouwers op de tribune. Daarin laat Van Est vanaf de start zien wie de sterkste is. Hij wint uiteindelijk met 15 seconden voorsprong op Van Beek, in een tijd van 6 minuten 28 seconden. 

Het is de eerste van in totaal vier Nederlandse titels op de achtervolging bij de profs voor Wim van Est. Hij wint daarna ook nog in 1952, 1953 en 1955. In 1956 en 1957 verovert hij ook de Nederlandse titel op de weg. In 1951 schrijft Van Est bovendien wielergeschiedenis door als eerste Nederlander de gele trui in de Tour de France te veroveren. Een dag later raakt hij die trui weer kwijt als hij in de afdaling van de Aubisque in het ravijn valt. (Bron: West-Brabantse Wielerkampioenen)